De Loire is een streek die voor Nederlanders relatief dichtbij ligt. De naam gevende rivier met een lengte van ruim 1.000 kilometer is één van de langste rivieren van Frankrijk. Via Orléans, Tours en Nantes stroomt de Loire naar de Golf van Biscaye, waar hij uitmondt in zee. De wijngaarden liggen aan beide van de rivier, van Orléans tot Nantes. Loire is voor de meeste mensen synoniem met wit. Maar er is ook rood. De Loire is de derde grootste wijnproducent van Frankrijk.
De streek telt 79 appellations, 48.000 hectares en een wijnomzet van 3000 miljoen waarvan 60% geëxporteerd wordt. Ter plekke worden we opgevangen door Matthias Chini-Germaine van Val de Loire, hieronder vallen alle appellations van Muscadet tot en met Touraine. De appellation ten oosten hiervan zoals Sancerre en Pouilly Fumé vallen hier buiten. ‘It just went that way’ legt Mathias Chini-Germain uit ‘in the old days we had 5 committees for each region and now we have two. The Val de Loire and one for the eastern appellations.‘
Het persgezelschap is dus in Val de Loire om vooral de cabernet franc te bestuderen en te proeven. Hiervoor moeten we ook even de geschiedenis in duiken. Hoewel onder het grote publiek minder bekend – hooguit als het minder broertje van de cabernet sauvignon en bijdruif in generieke Bordeaux – valt cabernet franc in het lijstje van pakweg 20 meest geplante druiven ter wereld. Het heeft daarop niet de hoogste plaats, maar toch. De meeste faam heeft de druif in de exquise St. Emilion wijn Cheval Blanc; 55% van het areaal is daar aangebouwd met cabernet franc. In St. Emilion wordt de franc aangeduid als bouchet. In Madiran hebben ze hem bouchy gedoopt terwijl het Italiaanse Friuli bordo heeft gekozen De mencia in Bierzo in Spanje werd jarenlang foutief voor cabernet franc aangezien, maar DNA onderzoek heeft aangetoond dat dit niet zo is. In alle continenten is cabernet franc te vinden, maar in Australië het minst.
‘In the Loire it is called breton’, Aldus Mathias. En dat heeft een reden. Op verzoek van kardinaal Richelieu ( 1585 – 1642), eerste minister van Lodewijk XIII, werd cabernet franc – die hij kende uit zuidwest Frankrijk – aangeplant in de Abbaye de St. Nicholas de Bourgeuil en de abt heette Breton, vandaar. De cabernet franc is een early ripener die van cool climate houdt met veel fruit, de wijn kan ook groene tonen hebben en soms een karakteristiek stalstinkertje. In de Loire wordt de druif vooral verbouwd in Saumur-Champigny, Chinon en St. Nicholas de Bourgeuil. Hier staat ongeveer 6.000 hectares CF aangeplant, nog eens 9.000 hectares in de Pays de Loire en ruim 36.000 in totaal Frankrijk.
Tuffeau
Cabernet franc gedijt goed in de Loire, met name in die streken – Saumur Champigny – waar de grond tuffeau heeft. Dit is kalkbodem met een beter drainage dan leisteen. Het bestaat uit een rotsgesteente waarvan de steen ook is gebruikt voor de vele chateaux in de Loire. Je ziet de rots ook letterlijk en figuurlijk in de wijngaarden liggen. De overliggende tuffeau jaune vind je vooral in St. Nicholas de Bourgeuil. De wijnen van cabernet franc in de Loire zijn in het algemeen geen bewaarwijnen. Binnen een paar jaar drinken is het devies, vandaar dat de Loire niet is overspoeld door wijnopleggers en verzamelaars. A Frenchman’s wine worden de cabernets franc ook wel genoemd. Populair in Frankrijk en niet daarbuiten.
Morgen deel 2
