De Médoc op de Dam
‘Blijft dit wel zo bestaan?’, vraagt Gert Crum zich af. Vanuit het raam van de Industrieele Groote Club op de Dam in Amsterdam kijk je uit op de Bijenkorf en het Rokin. Het boren voor de Noord Zuid lijn begint half maart en niet iedereen is er gerust op dat het goed gaat .
Vandaag is de eerste bijeenkomst van de Wijntafel van de Industrieele Groote Club, een besloten club die al vanaf 1913 bestaat. De Wijntafel is een nieuw initiatief en Le Conseil des Vins du Medoc sponsort dit. Gert Crum is gevraagd om het gezelschap al sprekend langs de wijnen te begeleiden. Dat hij dit kan is bekend, maar het is altijd de vraag of relatief onbekenden willen luisteren naar een inleiding over wijn. Meestal gaat de voorkeur uit naar enkel het consumeren.
Eetwijnen
‘Drink deze wijnen toch niet ’s-avonds laat, zoals wij hier in Nederland gewend zijn. Drink ze bij het eten!’. Dat dit een feit is bij Bordeaux wijnen is onder professionals genoegzaam bekend. Bij een gelegenheid als deze kunnen de liefhebbers het ook gelijk ervaren. Crum praat moeiteloos en enthousiasmerend een avond vol, dat leidt geen twijfel. Het gezelschap van ongeveer zeventig geïnteresseerden – de heren keurig in jasje-dasje zoals de reglementen voorschrijven – is rustig en luistert goed. Dat laatste, zoals gezegd, is lang niet altijd het geval bij wijnpresentaties.
Alle wijnen kwamen van Ton Overmars van het Hoofddorpplein en dat is een zaak waar je sowieso blind naar toe kunt. Er was een Médoc en een Haut-Medoc, de tweede wijn van Cantenac Brown – Le Brio -, Chateau Poujeaux uit Moulis, Mayne Lalande uit Listrac en de tweede wijn van Cos d’ Estournel. Pichon Longueville uit Pauillac en Gruaud Larose uit Saint-Julien completeerden het geheel.
Acht stuks in totaal, die in 4 flights bij gerechten werden geproefd. Het viel bij de eerste gang al op dat de Médoc smolt als sneeuw voor de zon bij de kaasflinters bij de eendenborst. De wijn verloor zijn stroefheid en toonde zijn fruit en souplesse, deze Chateau d’Esturac werd ongelofelijk soepel. De hogere appellations lieten zich al meteen van hun goede kant zien, maar werden zeker beter van resp. de kalfswang en Fourme d’Ambert. Cateraar Albron verzorgt dit soort maaltijden bij de Club en de kalfswang mogen ze zo op hun curriculum schrijven. Chapeau! Door de combinaties merkte het gezelschap gelijk wat voor pracht de Bordeaux streek vertegenwoordigt. De wijnen waren stuk voor stuk elegant en een visitekaartje van de streek. Dat gegeven wordt nog weleens vergeten als het om wijnen uit de Bordeaux gaat.
Charlotte van Zummeren