Natuurvlees
Sommige standpunten worden zo vaak herhaald dat je alleen al daarom gaat denken dat ze wel zullen kloppen. Als dan ook hoogleraren zich ermee gaan bemoeien dan lijkt het wel of er helemaal niet meer over gedacht hoeft te worden. Dat is dan immers al gedaan. Met het denken over vlees lijkt zoiets aan de hand te zijn. Onder het politieke juk van de Partij van de Dieren gaat er bijna geen dag voorbij of er wordt er komt wel iets in de pers of in de Tweede Kamer over het eten van vlees.
Het fokken van vlees staat om allerlei redenen in een kritisch daglicht. En zelfs de meest overtuigde carnivoor moet er rekening mee houden dat we in de toekomst minder vlees zullen gaan eten. De ongunstige zogenoemde eiwitconversie en de milieubelasting zijn te krachtige argumenten. Zelfs het Voedingscentrum dat onafhankelijk hoort te zijn, maakt melding van het feit dat de ministeries van VROM en LNV aan het onderzoeken zijn of de consumptie van vlees moet worden verminderd. Het gebruik van het woordje ‘moet’ is in dit verband op z’n minst verbazend.
En toch, voordat je het moede hoofd in schoot werpt, er is een alternatief waar je bijna nooit iemand over hoort: natuurvlees. Dieren die in vrijheid leven, zonder antibiotica en toegediende hormonen en andersoortige groeibevorderaars. Dieren wiens ontlasting geen schade toebrengt aan het milieu maar er juist een belangrijke bijdrage aan levert. De natuur is rijk aan allerlei smakelijke dieren. Denk dan niet alleen aan reeën, herten en zwijnen, maar ook aan allerlei gevogelte zoals eenden en ganzen en vooral ook aan die stoere en nuttige grazers zoals de Schotse Hooglanders.
Aan het eind van hun mooie en nuttige leven komen ze beschikbaar voor de menselijke consumptie. Ten minste als we ons ook niet daarover verhaaltjes laten aanleunen. Een vreselijk modernisme is dat bij de natuur hoort dat de dieren moeten creperen en moeten dienen als voer voor andere organismen. Dat is de natuur zegt men. Pardon? Na het vertonen van nare beelden over zieke en dode dieren in het – door mensen aangelegde – natuurgebied in de polder is de eerder genoemde partij ernstig aangesproken op dit denken en terecht. Als je voor de dieren bent, dan gun je ze ook een waardig einde. Die partij ‘voor de dieren’ is toch niet ‘tegen de mensen’?
Wat we uiteraard ook moeten doen is dat het vlees op de meest perfecte manier bereid wordt. Modern en met respect voor de zuivere eigen smaak van het dier. Daar ligt een morele plicht voor de mens, en in het bijzonder voor de koks. Er is in dat verband geen reden om vast te houden aan traditionele opvattingen over het bereiden van wild. Moderne inzichten over de garing van de eiwitten van het vlees geven meer dan voldoende houvast om er voor te zorgen dat maximale kwaliteit gegarandeerd is. Uiteindelijk snijdt het mes dan aan twee kanten: we werken aan de oplossing van een mogelijk probleem en we blijven genieten van lekker vlees.
Peter Klosse