Met ingang van deze week publiceert Winebusiness.nl verslagen van lesdagen van de Wijnacademie. Studente Connie Brouwer trapt af.
Met veel plezier ging ik 2 oktober weer naar Maarn voor weer een lesdag vinologie. Het woord van de ochtend was ‘nuance’. De proefochtend van les 1 zal ons nog lang heugen voorspelt Robert Handjes. Dit was dag van het proeven van watertjes met toevoegingen. Dit zijn weinig genuanceerde smaken, maar wel heel duidelijk. Tijdens les 2 leerden we een aantal druivenrassen onderscheiden via het analytisch proeven. Proefden we ook de herkomst van de druiven? Op naar nog meer onderscheidend vermogen: in les 3 is de insteek weer heel anders, met het thema Oogstjaren.
Voor de wijn is de kwaliteit van de druiven allesbepalend in het kader van ‘garbage in, garbage out’. Het ene jaar is het andere niet, en de kwaliteit verschilt per streek en binnen een streek ook per druivenras. Hoe later druiven worden geoogst, des te groter de variaties tussen de jaren, aangezien de aromavorming in het laatste deel van het seizoen ontstaat. Vroeg oogsten beperkt het risico, alleen mis je dan de nuance in de wijn. Robert vertelde ons wat de topjaren zijn geweest wat betreft Bordeaux wijnen. We hebben er ook een aantal geproefd en de nuanceverschillen proberen te achterhalen, en ook van een serie St Verans. Pfff dat was nog niet eens zo makkelijk om de correcte oogstjaren mee te geven aan de twee series van drie. Gelukkig mogen we nog even oefenen.
Het woord van de middag was ‘keuzes’. Stan Beurskens, eigenaar van Wijngaard St Martinus te Vijlen en tegelijk ook adviseur voor 60 wijndomeinen, vertelde ons een klein deel van wat hij wist over het vinificatie proces. De eerste persoon die ik heb mogen horen met een PhD in oenologie. Vanwege de grote drukte op de hoeve helaas geen live verbinding met de kelder, maar wel een goede indruk gekregen hoe het eraan toe gaat op de St Martinus. Dank Stan voor de inzichten in de discussies tussen vader en zoon, tussen traditioneel en meer modern, tussen minder en meer keuzes. Het wijnmaakproces is in elke stap een kwestie van het maken van keuzes. Wanneer precies oogsten? Mono-cepage of een blend? Hoe lang in RVS vaten? Hoe lang in barrique, of met houten staaf, of houten krullen, of toch maar niets van dat al? Kurk gebruiken of schroefdop? En welke stoffen voegen we tijdens het wijnmaakproces allemaal toe? En elke keuze heeft een majeur invloed op de uitkomst: de wijn.
Voor mij ging het ook even over levenskeuzes: hoe zou ik gevaren zijn als ik in plaats van een PhD in medische wetenschappen een PhD in oenologie had gedaan? Ik had – logisch met mijn schippersachtergrond – meer feeling met varen en zeilen toen ik in de studiekeuze leeftijd was. Mijn feeling met ‘wijn’ kwam pas later. Ach… leuk om over te dagdromen….
En Boem, werden we even terug op aarde gezet, toen Stan zich hardop afvroeg: ‘Hoe kan het dat met al die te maken keuzes, steeds meer wijnen ‘mainstream’ worden met beperkte variatie in geur en smaak?’ Een duidelijke opdracht aan ons, vinologen in opleiding, om dit tegen te gaan.
Connie Brouwer