In het opiniestuk van Twan Kroon en Eelco van Wieringen – verschenen in het Financieele Dagblad van 3 november jl., deze publicatie staat integraal onder deze reactie – staan een aantal onjuistheden. De stellige kop boven hun opiniestuk: ‘Reclamecode voor alcoholhoudende dranken loopt op zijn laatste benen’ dekt daarom de lading niet en is misleidend.
STIVA is namens producenten en importeurs van bier, wijn en gedistilleerd de spokesman van de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken (RvA).
Uitspraak voorzieningenrechter
STIVA betreurt het dat een voorzieningenrechter in een zaak over oneerlijke handelspraktijken de toepassing van de RvA als zelfreguleringsinstrument onjuist heeft geïnterpreteerd. De RvA is onderdeel van de Nederlandse Reclame Code en deze is algemeen geaccepteerd als basis van regels voor reclame. Zowel door adverteerders, reclamebureaus, media als brancheorganisaties. STIVA is van mening dat het principe van zelfregulering hiermee niet van de baan is en dat via de Reclame Code Commissie een voldoende basis ligt voor het beoordelen of een adverteerder al dan niet aangesloten bij een branche zich houdt aan de breed gedeelde regels ten aanzien van fatsoenlijke en verantwoorde reclame.
Onjuiste scope
De schrijvers van het opiniestuk wekken de indruk dat de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken (RvA) uitsluitend gaat over de verkoop van alcohol en kortingen. Dat is pertinent onjuist. De RvA gaat over heel veel meer dan kortingen. Vanuit de verantwoordelijkheid die de bier-, wijn- en gedistilleerdsectoren voelen om een bijdrage te leveren aan verantwoorde consumptie, wordt ook gekeken naar verantwoorde marketing. De 34 artikelen in de RvA gaan over de regels dat alcoholreclame niet mag aanzetten tot overmatig drinken, dat alcoholreclame niet specifiek gericht mag zijn op minderjarigen, dat alcohol en verkeer of alcohol en zwangerschap niet samen gaan en slechts één artikel gaat over het communiceren van kortingen.
Niet effectief?
De Reclamecode voor alcoholhoudende dranken bestaat al meer dan 35 jaar. In die tijd is de Code uiteraard met de tijd meegegaan. Maar het uitgangspunt om een bijdrage te leveren aan de volksgezondheid is altijd centraal blijven staan. Producenten en importeurs willen niet dat alcoholreclame wordt uitgezonden rond televisieprogramma’s waar teveel jongeren naar kijken. Bij de laatste meting is gebleken dat dit artikel uit de RvA een nalevingspercentage had van 100%. Het lukt de sector dus via zelfregulering om alcoholreclame weg te houden bij minderjarigen.
De Nederlandse RvA is de eerste alcoholcode ter wereld waarbij concrete regels ten aanzien van sociale media zijn opgenomen. Al op 1 januari 2012 hebben wij onszelf beperkingen opgelegd ten aanzien van sociale media. Dit functioneert uitstekend. Uit onderzoek is gebleken dat “posts” door alcoholadverteerders voor 98,5% bekeken worden door 18-plussers, dus ook hier een hoog nalevingspercentage. Een ander onderdeel van het stelsel van de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken is de toetsing van tv- en radiocommercials vooraf. Dit gebeurt sinds 2005 en sinds die tijd is er nog nooit een commercial geweest die de regels overtrad ten aanzien van kwetsbare groepen of overmatigheid.
Kortom: zelfregulering werkt, juist om kwetsbare groepen te beschermen.
Zelfregulering is meer dan een Code
De alcoholsector trekt haar verantwoordelijkheid verder door dan alleen ten aanzien van alcoholreclame. We spreken ons geregeld zeer duidelijk uit tegen uitingen die onverenigbaar zijn met het verantwoord genieten van onze producten. Zo hebben we altijd geageerd tegen het fenomeen van de ‘bierfiets’, hebben we nadrukkelijk geageerd tegen televisieprogramma’s als ‘Oh Oh Cherso’ en zijn we actief met campagnes als ‘Geniet, maar drink met mate, en de BOB campagne.
Zelfregulering van alcoholreclame is juist heel effectief gebleken, juist op die principiële zaken als het bestrijden van misbruik en het beschermen van kwetsbare groepen. Dat doen we al heel lang, met veel succes en gelukkig ook met een overgrote meerderheid van bedrijven uit de bier-, wijn- en gedistilleerdsector samen. Het is ook een verantwoordelijkheid die de samenleving van ons mag verwachten en die we mede daarom dan ook zeer serieus uitvoeren. (was getekend: Peter de Wolf, Directeur Stichting Verantwoorde Alcoholconsumptie STIVA)
Artikel in het FD was als volgt:
Reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken loopt op laatste benen
Het had het moment moeten zijn waarop er een kurk werd gezet op al te losse verkoopmethoden van sommige internethandelaren in wijn. Maar het door de Koninklijke Vereniging van Nederlands Wijnhandelaren (KVNW) gedaagde Wijnoutlet, werd 29 sept j.l. op cruciale fronten in het gelijk gesteld door de kortgedingrechter. De brancheafspraken over reclame-uitingen van alcoholverkoop lopen daarmee op haar laatste benen. Het wordt tijd dat in de plaats daarvan een afdwingbare en bovendien effectievere wettelijke regeling komt. Want laten we niet uit het oog verliezen wáárom die afspraken er eigenlijk zijn: om kwetsbare groepen tegen overmatig alcoholgebruik te beschermen. Op papier dan, want het heeft er alle schijn van dat de traditionele wijnhandel deze “code” slechts gebruikt om haar eigen financiële belangen te beschermen.
De voorzieningenrechter kreeg drie eisen voorgelegd. Bij de eerste verweet de KVNW – met vijf wijnimporteurs als mede-eisers – Wijnoutlet ervan er oneerlijke handelspraktijken op na te houden. Zo waren opgevoerde wijnoogstjaren onjuist en hadden prijsacties een langere looptijd dan aangegeven. Maar bij de zich in de eis voegende importeurs bleek het al niet beter te zijn. Met een uitruil van rectificaties klopte de rechter deze onbenullige kwestie af. “Het heeft er alle schijn van dat de traditionele wijnhandel deze “code” slechts gebruikt om haar eigen financiële belangen te beschermen.”
Spannender werd het bij de tweede eis. De KNVW vroeg om een verbod op het vergelijken van prijzen met die van buitenlandse aanbieders. De rechter was duidelijk: ook hoge buitenlandse prijzen zijn reële marktprijzen en derhalve in een prijsvergelijk prima te gebruiken als promotiemiddel. Zeker gezien de globalisering een inkopper.
Het hoogtepunt was de derde eis: kan Wijnoutlet verboden worden met kortingen van meer dan 50% te stunten? De code verbiedt dat. De rechter wees de eis af, zonder tot een inhoudelijke beoordeling te komen. Want omdat Wijnoutlet geen lid is van de KVNW, zijn de binnen de branche afgesproken regels niet bindend voor deze prijsvechter. Conclusie: gratis weggeven, zelfs dat is – in extremo – toegestaan. Zolang je maar geen lid bent van de club.
Maar nu een stap verder. Stel, je bent wél lid van de club en je wilt desondanks de vrije hand hebben in het bepalen van je korting? Dan is het nuttig je niet blind te staren op de code, maar te kijken naar wat de hier bovengestelde Mededingingswet zegt. Artikel 6 is glashelder: een ondernemer moet de vrije hand hebben in het bepalen van zijn prijzen en mag niet beperkt worden door branche-afspraken. Dit geldt dus ook voor de KVNW-leden. Het wordt niet voor niets de anti-kartelwet genoemd.
Nu zou het voor finale duidelijkheid gunstig zijn wanneer een lid, wegens overschrijding van de 50%-regel, door de eigen branchevereniging voor de rechter wordt gedaagd. Maar dat gaat niet gebeuren. Het risico is immers groot dat de rechter ook voor clubleden elke belemmering op het geven van korting wegneemt. Dan gaat de concurrentie op prijs volledig los en trekken degenen die tegen de laagste prijzen kunnen leveren aan het langste eind. Dat gaan een heleboel traditionele handelaren niet overleven.
Het kan zoveel beter geregeld worden. De code is er, als gezegd, om kwetsbare groepen te beschermen. Gezien deze insteek mag je verwachten dat de KVNW een wettelijke regeling verwelkomt die deze doelstelling op een effectieve manier kracht bijzet. Uit onderzoek van onder meer het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP), blijkt dat het invoeren van een minimumprijs voor alcoholhoudende drank zo’n maatregel is. Spotgoedkope drank behoort daarmee tot het verleden.
Dus, laat het over aan de wetgever om te bepalen wat er moet gebeuren. Dit kan niets anders zijn dan het vaststellen van minimumprijzen en een verbod op reclame gericht op kwetsbare groepen. Hiermee komt een einde aan de onzin van de kortingsregel die uiteindelijk alleen de traditionele wijnhandel uitkomt. Zo ontstaat een level playing field voor álle deelnemers, inclusief de internethandel. Dit moet niet alleen gebeuren, het zál ook gebeuren. Zeker nu de rechter de code op de belangrijkste punten onderuithaalde.
Kroon|Van Wieringen