Sloveense wijnen: een inleiding
Sloveense wijnen zijn sterk in opkomst. Toch zullen velen vreemd opkijken als ze voor het eerst kennis maken met Sloveense wijn. Want Slovenië wordt net als andere Balkanlanden zoals Kroatië, Roemeniëe en Bulgarije niet direct geassocieerd met het maken van mooie wijn. De geschiedenis leert ons echter dat ten tijde van de Kelten, die in dit gebied al eeuwen voor Christus rond struinden, er wijn werd verhandeld. Ver voordat de eerste wijnstokken door de Romeinen in Frankrijk en Spanje werden geplant.
Tijdens de Middeleeuwen behielden de monniken de wijnkennis voor het nageslacht. Slovenië is dus wel degelijk een traditioneel wijnmakend land dat grote overeenkomsten toont met Duitsland, Oostenrijk en Italië. Al meer dan 150 jaar werken ze met alle internationale variëteiten.
Na de tweede wereld oorlog, in de communistische tijd, waren de Sloveense wijnbouwers nog verplicht om hun druiven aan een coöperatie te geven die er vervolgens anonieme bulkwijn van produceerde. Dat doet een imago natuurlijk niet veel goed. Zo verdween Slovenië 40 jaar uit het wijn-oog. Maar de onafhankelijkheid in 1991 bracht een wervelwind op gang onder de wijnboeren. Een extra impuls werd gegeven door de toetreding tot de EU in 2004. En de laatste decennia is het tij geheel gekeerd. Goede investeringen, een beleid gericht op de export, en een prachtige variatie aan terroir geven nu hun vruchten af. De productie neemt wel af. Waren ze een paar jaar geleden nog even groot als Nieuw-Zeeland met 25.000 hectare, nu is het gekrompen naar 16.000 hectare. Ze behouden alleen de beste wijngaarden. Net genoeg om de 40-50 liter per hoofd van de bevolking op te hoesten die ze zelf drinken. Er blijft dus maar weinig over voor de export, maar zo’n 5%.
Slovenië, ljubezen na prvi pogled: liefde op het eerste gezicht
In Slovenië is er veel respect voor de natuur. Het land wordt om zijn landschap en de – helaas – zeer oneerlijk verdeelde welvaart ook wel het ‘Zwitserland van Oost-Europa’ genoemd. Heel voorzichtig focussen ze zich nu ook op biologische wijnen. Dat leidt tot minder gebruik van chemische middelen in de wijngaard, de gisting wordt op gang gebracht met druif-eigen gisten. Sulfiet gebruik wordt tot het minimum beperkt. De nieuwste hype is het gebruik van amforen, alhoewel je hiervoor nog meer tegenstanders als voorstanders ontmoet. Slovenië maakt met name witte wijnen, maar rood wordt steeds populairder. De wijnen zijn gemaakt van mooie rijpe druiven, en bezitten een frisse mineralige stijl en relatief weinig alcohol , gemiddeld 12,5 %). Echte doordrinkwijnen dus en zeer betaalbaar! Volgens Frank Smulders MW heeft de sauvignon blanc de beste commerciële papieren voor Slovenië en prijst wijnschrijfster Jancis Robinson de wijnen om hun frisheid en het lage alcohol. Uitspraken waar je als wijnland iets aan hebt.
Het land is qua oppervlakte ongeveer de helft van Nederland, dus je reist in een paar uur van west naar oost. En met maar twee miljoen inwoners is het nu niet bepaald druk te noemen. In de hoofdstad Ljubljana wonen 300.000 mensen. De rest is her en der verspreid in de talrijke valleien, bossen, heuvels en bergen die het land rijk is. De helft van het land bestaat uit bossen!. De hoofdstad Ljubljana is een prachtige stad met veel architectuur en iedere dag is er wel ergens een markt met verse producten. Alle grote modehuizen zijn er neer gestreken en het barst van de restaurants.
Een imposant standbeeld siert het grote Preseren-plein in het centrum van Ljubljana, de stad van de liefde. Ljubezen, betekent liefde. Het beeld is van de beroemdste dichter van Slovenië, France Preŝeren. Een van zijn gedichten, geschreven in 1844, waar in het eerste couplet zo melancholisch de wijn wordt bezongen, werd in 1989 het volkslied van het land. Dwars door de stad stroomt de rivier Ljubljana, waar ieder jaar duizenden verliefde paartjes hun liefde bezegelen.
Slovenië kende door de eeuwen heen diverse ‘eigenaren’. Het behoorde sinds 1830 toe aan de Oostenrijks-Hongaarse monarchie (Habsburgse Rijk) Grote delen van het land kwamen halverwege de 19de eeuw in handen van de Italianen. Na de 1ste WO werd het onderdeel van het Koninkrijk Joegoslavie en vielen ze onder het regime van Tito. In 1991 bevochten ze hun onafhankelijk. Ieder jaar vieren ze op 25 Juni tijdens een Nationale feestdag hun zo heftig verworven soevereiniteit. In 2004 werd Slovenië onderdeel van de EU, als eerste van de Balkan landen, en in 2007 kreeg het land de Euro als betaalmiddel.
Tekst en foto’s door Janna Rijpma
Deel 2 verschijnt morgen