Het is inmiddels al bijna drie maanden geleden dat wijnexpert Gert Crum (1948-2024) overleed. Hij was een zeer geliefde en gewaardeerde wijnexpert die zijn enorme kennis graag met anderen deelde. Met zijn boek Le Domaine de la Romanée-Conti won Crum de internationale Best Book on French Wine-prijs en de Franse Republiek promoveerde hem vanwege zijn grote verdiensten tot Commandeur dans l’Ordre du Mérite Agricole, een onderscheiding die maar heel weinig personen gegeven is.
Graag publiceren wij hier een interview dat Sander de Vaan vorig jaar had met Gert Crum over één van diens favoriete wijnstreken: Champagne. De tekst verscheen eerder in Wijngids Frankrijk.
Waar ligt de kracht van wijnstreek Champagne?
Die ligt in de eerste plaats in het terroir, dat uit vier elementen bestaat: bodem, klimaat, plant en mens. De bodem, de moederrots, in Champagne is in wezen divers, maar bestaat heel vaak uit varianten van kalk. Soms puur krijt, vaak ook mergel, leem of kimmeridge. Het is een factor die de uiteindelijke wijn een opvallende frisheid geeft – zeer fijne zuren. Sommigen noemen het mineraliteit. De kalkbodems zijn zeer goed drainerend en kunnen tot wel 400 l water per kubieke meter opnemen indien nodig en het weer afgeven, indien nodig. Geniaal dus.
Hoewel het klimaat verandert, behoort Champagne nog steeds tot de noordelijkst gelegen wijnstreken van West-Europa. Met een daarbij behorend relatief koel klimaat. Daardoor rijpen de druiven langzaam en relatief laat. Het geeft de wijnen finesse en een verfijnde aromatische expressie. Expositie is bij deze nogal noordelijke ligging van groot belang. De wijngaarden liggen bijna altijd op opvallend steile hellingen – op de plateaus zijn bossen en in de vlakten andere agrarische cultures. Er zijn in Champagne zogenaamde continentale zomers, droog en warm, en er zijn Atlantische zomers, kouder en vochtiger. Dat is één van de redenen waarom er veel met meerdere jaren geassembleerd wordt.
Dan is er de wijnstok. Er zijn 7 variëteiten toegestaan; drie domineren. Ze zijn in de loop van de tijd vergroeid met de specifieke bodem- en klimatologische omstandigheden. Niettemin zijn er regelmatig pittige problemen door vorst aan de grond in het voorjaar, onvolledige dan wel slechte vruchtzetting, zomerstormen, regen in de weken voor de oogst met als gevolg niet zelden grijze rot, etc.
En last, but not least, is er de mens. Inmiddels is er kennis en expertise opgebouwd van meer dan 300 jaar. In de eerste decennia na WO II moest alles anders – dat vroeg ‘de vaart der volkeren’ – maar de laatste tijd is er meer aandacht voor details, evenwicht, een gezond ecosysteem, etc. In de combinatie van dit alles ligt volgens mij de kracht van Champagne. Diezelfde in 300 jaar opgebouwde kennis en expertise spelen ook een minstens even grote rol als het gaat om het champagnisatieproces – het proces van plukken, wijn maken, assembleren van lieux-dits, crus, jaren, de tweede gisting op fles, het moment van dégorgement, etc. Juist daarin wordt in Champagne enorm veel energie en kapitaal gestoken. Het is een qua tijd en kapitaal zeer intensief proces.
Veel kleine producenten menen dat van de grote domeinen vooral Louis Roederer goed bezig is qua wijnfilosofie. Wat vind jij?
Ik begrijp wel dat de toonaangevende propriétaires-récoltants, dus de kleinere familiebedrijven, met grote interesse volgen wat er gebeurt bij Louis Roederer. Onder leiding van de eminente Jean-Baptiste Lécaillon heeft Roederer het immense bezit van meer dan 240 ha opgesplitst in verschillende ‘domaines’. Voor elk type champagne dat Roederer produceert heeft men een specifiek domaine gecreëerd. Voor de Blanc de Blancs Vintage, de Brut Vintage, de Brut Rosé Vintage en natuurlijk voor Cristal. Bovendien hebben ze de afgelopen jaren de conversie gemaakt naar de biodynamie. Het is een groot en gerenommeerd huis met een zeer actuele filosofie die naadloos aansluit bij wat de serieuze kleine producenten nastreven.
Maar er zijn meer grotere Maisons die uitermate serieus en ambitieus werken. Wellicht minder bekend dan Louis Roederer zijn Jacquesson, Leclerc Briant en Philipponnat en van de bekende huizen wil ik graag noemen Gosset, Pol Roger, Charles Heidsieck, Billecart-Salmon, Taittinger en natuurlijk Bollinger en Krug. Dat zijn er dus met gemak twee handen vol. Ik heb niet voor niets mijn boek opgedragen aan Jean-Baptiste Lécaillon – naast Anselme Selosse de grote voortrekker van de naam makende, boeiende kleinere producenten.
Welke producenten springen er voor jou verder uit?
Aan de eerder genoemde huizen wil ik nog graag de merken Dom Pérignon en Rare toevoegen. Wat de propriétaires-récoltants betreft, is het moeilijk. Natuurlijk zijn er de vaste waarden, zoals in de eerste plaats Jacques Selosse, en verder Egly-Ouriet, Agrapart, Larmandier-Bernier, Chartogne-Taillet, Frédéric Savart, Emmanuel Brochet, Bérêche & Fils, Benoit Lahaye, Pierre Péters, Pascal Docquet en, in de Aube, Roses de Jeanne (Cédric Bouchard). Maar door deze te noemen en andere niet, doe ik die laatste tekort. Bovendien komen er bijna dagelijks jonge, ambitieuze, originele, biologisch werkende producenten bij. Het is een feest voor de champagneliefhebber die houdt van avontuur.
Champagne is niet goedkoop. In hoeverre heeft dat met de kwaliteit te maken?
Champagne lijkt duur, maar vergelijk de top van Champagne eens met de top van Bordeaux en Bourgogne of zelfs met de top van de Rhône? Dan blijkt champagne helemaal niet extreem duur. Ok, het gaat om hoge bedragen, maar het imago van champagne is duurder dan de werkelijkheid. Toch kan ik niet ontkennen dat een mooie fles champagne niet voor iedere dag is. De verklaring ligt voor een belangrijk deel in de hoge kiloprijs die de huizen moeten betalen voor hun druiven – zij moeten kopen, want ze hebben in het algemeen amper wijngaarden. Nergens is de prijs zo hoog als in Champagne, ruim € 7 per kilo (de wijngaardeigenaren worden dus slapende rijk).
Het champagneproces zelf is ook zeer tijds- en kapitaalintensief. Aanmerkelijk duurder dan dat van stille wijnen. Maar dan nog blijft de prijsvergelijking met crémants, cavas, goede sekts en dergelijke nog een scheve. De verklaring ligt dus voor een deel in de kiloprijs van de druiven, maar verder zijn het ‘dunne’ argumenten. Ok, de Champenois streven naar het beste. Hun champagnes in wording liggen meestal aanzienlijk langer sur lattes. Maar het is ook een kwestie van marketing. Waarom is een Audi duurder dan een Skoda en waarom is een Breitling zoveel duurder dan een Omega? Het is een kwestie van marketing en van het jarenlange bouwen van een imago. Je hebt A en je hebt triple A. Niettemin maakt champagne bijna altijd zijn hogere prijs ten opzichte van andere mousserende wijnen waar. Eén waarschuwing: bijna elke champagne onder € 20 zou ik laten liggen. In dat geval is het werkelijk het onderste van deze mooie wijnstreek en dan kun je, voor ongeveer dezelfde prijs beter een cava, crémant, sekt van een Manufaktur of een Franciacorta kopen.
Côte des Bar is een minder bekende subregio. Wat is haar charme?
De bekendste drie subregio’s van Champagne zijn natuurlijk de Montagne de Reims, de Côte des Blancs en de Vallée de la Marne. Zij liggen niet ver van de centra van de champagne industrie: Reims en Épernay. Maar er zijn meer subregio’s en die roeren zich tegenwoordig. Vallée de l’Ardre, Massif de Saint-Thierry, Sézanne, de Aube en nog een paar. De Côte des Bar is de preciezere naam voor de Aube en toch kies ik voor de naam Aube (een departemenstnaam), want dan is het inclusief Montgueux.
De charme van Aube? Simpel, het ligt ver weg van de Avenue de Champagne in Épernay met al zijn aansprekende producenten. Tot een recent verleden woonden hier de anonieme druivenleveranciers van de huizen in Reims en Épernay, maar nu produceren ze hun eigen champagnes. Anders en origineel, want van een veelal kimmeridge bodem en vooral van Pinot Noir. Ze moeten enorm hun best doen om zich zichtbaar te maken in de markt en dat doen ze niet door marketing, maar door kwaliteit en originaliteit. Hier, en dan vooral in Montgueux en in de regio Bar-sur-Seine, zijn zulke leuke champagnes te ontdekken!
Hoe zie je de toekomst van Champagne, nu het klimaat verandert?
De klimaatverandering is een ramp. Tegelijk moet ik vaststellen dat – voor zo lang het duurt – diezelfde klimaatverandering een aantal voordelen brengt. We zien het ook in het toenemend aantal jaren dat producenten vintages (millésimes) produceren. Champagne ligt inmiddels minder op de absolute limiet waar wijnbouw nog net mogelijk is. En dus is de voorbije jaren de kwaliteit gemiddeld aanzienlijk toegenomen en nog nooit zo hoog geweest. Bovendien wordt er ook steeds meer AOC Coteaux Champenois geproduceerd, de appellation voor stille rode (en in geringe mate) witte wijnen. De Champagne gaat steeds meer lijken op Bourgogne.