Wijn is behoorlijk verankerd in de Nederlandse samenleving. Steden als Rotterdam, Dordrecht etc. hebben straatnamen die naar wijn verwijzen. Dat is niet voor niets, in het verleden werd er vanuit die steden volop wijn verhandeld. De geschiedenis van wijn in Nederland loopt dan ook eeuwen terug.
Gepensioneerd financieel adviseur en auteur Rob Blijleven schreef een proefschrift over wijn in Nederland en promoveerde daarmee aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij had in een eerder leven geschiedenis gestudeerd aan de Erasmus en bij de Vrij Universiteit Brussel heeft de vakgroep geschiedenis een specialisme in voedingsgeschiedenis. Vandaar. Zijn promotie had de titel: Wijn in Nederland, een verlokkend panacee voor economie en gezondheid. In de publieksversie is panacee vervangen door wondermiddel.
Een panacee of wondermiddel is wijn inderdaad. In aloude tijden schreef de Romeinse arts Claudius Galenus (129 – 199) er al over. De theorie van Hippocrates dat het menselijk lichaam bestaat uit vier lichaamssappen, – slijm, bloed, gele gal en zwarte gal – is het uitgangspunt van Galenus. Deze vier lichaamssappen moesten in balans zijn en waren op zichzelf warm of koud of een gradatie ertussen. Met wijn kon een consument een eventuele onbalans sturen. En dat gebeurde eeuwenlang massaal. In 1584 werd er bijvoorbeeld per persoon 30 liter wijn per jaar gedronken.
De overheid verdiende via allerlei wijnbelastingen veel geld aan wijnconsumptie. Met die belastinginkomsten uit wijn werden oorlogen, weeshuizen en gebouwen betaald.
Rond 1800 stortte het wijndrinkgemiddelde in naar bijna 0 door handelsoorlogen tussen Frankrijk en Engeland. Pas vanaf 1960 dronk men weer evenveel wijn als vroeger, dat wil zeggen het ligt nu rond de 24 liter p.p. De rode draad in het boek is de idee dat wijn gezond zou zijn. Dat begon dus met Galenus en werd grofweg vanaf de middeleeuwen geadopteerd door de medische stand. In het boek rept Blijleven bijvoorbeeld over morgenwijnen, versterkte wijnen die in de ochtend werden gedronken. Bij Café de Posthoorn in Den Haag staat tot vandaag de dag nog ochtenddranken op de kaart, zoals sherry en vermouth.
De trend nu is dat alcohol juist niet gezond is, – hoewel er genoeg onderbouwde studies zijn dat het lichaam matig alcoholgebruik prima kan hebben. Wijn in Nederland loopt via een wijnhistorisch raamwerk, de wijnconsument door de eeuwen heen, de wijnhandel en de overheid, Nederlands wetenschappelijke uitgaven over wijn, wijnpraat, medicinale wijnen en wijnkwaliteit door de geschiedenis van wijn in Nederland. Zo leer je dat okshooft of oxhooft, vroeger de naam van een vermaarde disco in Amsterdam waar Mick Jagger ook frequenteerde, de Nederlandse naam van een 220 liter vat is. Want heel lang werden wijnen in Nederland opgevoed, gebotteld en gelabeld. Dat eindigde pas bij de invoering van het Franse appellationsysteem. Er staan ontzettend veel feiten en wetenswaardigheden in het boek, zoveel dat het bijna niet samen te vatten valt. De noten staan onderaan iedere pagina en het uitgebreide begrippenkader staat achterin, een leek zal de noten en het kader moeten raadplegen.
Wijn in Nederland telt acht hoofstukken, is uiteraard gebaseerd op het proefschrift en toegankelijker gemaakt. Het is toch een doorwrocht werkje van bijna 300 pagina’s met veel illustraties Je moet er wel echt voor gaan zitten. Er zit een samenvatting bij, dat is gebruikelijk ook bij proefschriften, maar het is interessanter om het boek zelf te lezen. Leerzaam!
Wijn in Nederland door Rob Blijleven
Walburgpers
284 pagina’s, soft cover
€ 29,99